Medische Encyclopedie – Zandvoortse Apotheek – Zandvoort

Zandvoortse Apotheek

Raadhuisplein 8 2042LR Zandvoort Tel:023-5713185

Medische Encyclopedie

Inhoud

Paniekstoornis

Wat is paniekstoornis?

Wanneer u vaak (ook zonder aanleiding) in paniek raakt en u tussendoor steeds bang bent om opnieuw een paniekaanval te krijgen, dan heeft u een paniekstoornis. De angst voor een paniekaanval kan uw leven gaan beheersen.

Een paniekstoornis kan enkele jaren duren. Perioden met veel en weinig klachten wisselen elkaar af.

Waarom sommige mensen een paniekstoornis krijgen is niet duidelijk.

Deze dingen hebben waarschijnlijk invloed op het ontstaan van een paniekstoornis:

  • Erfelijkheid: in sommige families komen angststoornissen vaker voor. De een is er kwetsbaarder voor dan de ander. 
  • Bepaalde stoffen (neurotransmitters) in het bloed en in het zenuwstelsel. 
  • Opvoeding en ervaringen uit het verleden. De manier waarop iemand met angst omgaat is voor een deel aangeleerd.
  • Sommige mensen krijgen bij verschijnselen van angst, zoals hartkloppingen en benauwdheid, het gevoel dat ze de situatie niet aankunnen. Daardoor neemt de angst toe en raken ze in paniek. 
  • Stoffen zoals cafeïne kunnen de lichamelijke verschijnselen van angst versterken. Bij sommige mensen kan dit een paniekaanval uitlokken.

Sommige mensen hebben meer kans op een paniekstoornis. Bijvoorbeeld:

  • mensen die alleen wonen
  • mensen zonder werk
  • mensen met weinig inkomen
  • mensen met een lagere opleiding
  • mensen die depressief zijn (geweest)
  • mensen met een verslavingsprobleem
  • mensen die een heel heftige gebeurtenis hebben meegemaakt (psychotrauma)

Het is niet altijd duidelijk of de paniekstoornis de oorzaak of het gevolg is van de bovenstaande punten. U kunt bijvoorbeeld een paniekstoornis krijgen doordat u zonder werk zit. Maar u kunt ook niet werken, juist omdat u een paniekstoornis heeft.

    Kan ik er zelf iets tegen doen?

    U kunt zelf een aantal dingen doen om met uw angsten te leren omgaan en u beter te voelen.

    • Bewegen. Ga dagelijks minimaal een half uur bewegen, bijvoorbeeld wandelen, fietsen, zwemmen of tuinieren.
    • Genoeg slapen
    • Regelmatig leven
      • Probeer elke dag op dezelfde tijd naar bed te gaan en op te staan. 
      • Eet drie keer per dag op vaste tijden. 
      • Blijf als het kan werken. Dat geeft afleiding en structuur.
    • Goed eten
    • Geen alcohol en drugs gebruiken
    • Minder of geen koffie drinken, ook geen cafeïne-houdende (energie)drankjes.
    • Ontspannen. Probeer zo veel mogelijk te ontspannen. Dat kan bijvoorbeeld door rustig te ademen, met yoga, meditatie of ontspanningsoefeningen. U kunt ook gaan wandelen of iemand opbellen. Zoek steun bij mensen die u vertrouwt en leg uit waar u last van heeft. De meeste mensen hebben hier begrip voor.
    • Zo veel mogelijk blijven doen.
      • Door de dingen te blijven doen die u eng vindt, leert u met de spanning omgaan.
      • De angst voor bepaalde situaties wordt daardoor minder.
      • Zorg ervoor dat het u niet te veel stress geeft.
      • Het is goed om te weten dat angst meestal na 60 tot 90 minuten vanzelf minder wordt.
      • Het geeft u misschien de moed om toch de dingen te doen die u eng vindt.
    • Uw gedachten proberen te veranderen. Op angstige momenten denkt u waarschijnlijk automatisch aan dingen die de angst erger maken. Het is belangrijk dat u die gedachten leert te veranderen. Wat kunt u bijvoorbeeld doen?
      • Uw ervaringen opschrijven. Houd een dagboekje bij. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten. Waar denkt u dan aan? Waar bent u bang voor? Wat voelt u? Hoe reageert u hierop? En wat doet u dan?
      • Geruststellende gedachten oproepen. Kijk eens kritisch of er wel een reden is om zo bang te zijn. Bedenk vervolgens welke geruststellende gedachten u kunnen helpen. Schrijf deze gedachten op zodat u ze op moeilijke momenten kunt nalezen. Vaak lukt het dan beter de angstige momenten te doorstaan en rustig te blijven tot u zich beter voelt.

    Wat kan de apotheker voor mij doen?

    Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

    • Receptcontrole

    De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

    • Overzicht van uw medicijnen

    Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

    • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

    Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

    • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

    Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

    • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

    De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

    • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

    Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

    • Medicatiebeoordeling

    Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

    • Zelfzorg

    Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

    • Bezorgservice

    Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

    In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

    Welke medicijnen worden gebruikt bij

    Tricyclische antidepressiva
    Tricyclische antidepressiva regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine en noradrenaline, twee van nature voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemming en emoties. Hierdoor verbetert de stemming en vermindert de angst. Hierdoor vermindert de kans op een paniekaanval. Voorbeeld is clomipramine.

    SSRI antidepressiva
    Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI`s genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. SSRI`s verbeteren de stemmingen en verminderen de angst. Hierdoor vermindert de kans op een paniekaanval. Voorbeelden zijn fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.

    Benzodiazepinen
    Benzodiazepinen werken rustgevend, spierontspannend en verminderen angstgevoelens. Hierdoor vermindert een paniekaanval. Voorbeelden zijn alprazolam, clonazepam, diazepam en lorazepam.

    Venlafaxine
    Venlafaxine regelt in de hersenen hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Het vermindert algemene angstgevoelens en gespannenheid. Hierdoor verminderen ook de lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen, buikpijn, trillen en zweten, die vaak met een paniekaanval gepaard gaan.

    MAO-remmers
    MAO-remmers regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine en norepinefrine, twee van nature voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties. Hierdoor neemt de paniek af. Voorbeeld is fenelzine.

    Terug naar overzicht